Afrika (130.000 - 12.000 jaar geleden)

Ca.130.000 jaar geleden ontwikkelde zich in Oost-Afrika uit de Homo Ergaster een nieuwe menselijke soort: de Homo Sapiens Sapiens. Vanaf ±100.000 geleden verspreidde deze "moderne mens" zich vanuit Oost-Afrika naar het noorden en zuiden van Afrika en het Midden-Oosten. Uit de periode van ca.125.000 tot ca.75.000 geleden gevonden in Kanam, bij de Omo-rivier (Kenia), Broken Hill (Zimbabwe), Hopefield (Zuid-Afrika) en in de grotten van Makapansgat en Kanjera.

  De Afrikaanse varianten van de Homo Sapiens Sapiens hebben genetische kenmerken die als negroïde worden aangeduid, ter onderscheiding van mongoloïde en Indo-Europese rassen. Grof gezegd betekent dat er al ten minste 100.000 jaar geleden zwarten in Afrika leefden. Binnen het ras met negroïde kenmerken zijn echter onafhankelijk van elkaar verschillende groepen tot ontwikkeling gekomen.

  Van 75.000 jaar geleden dateren de in 2002 in een grot aan de Zuid-Afrikaanse oostkust oudste bekende menselijke "kunstuitingen": een stuk of zeven met een complex geometrisch patroon bekraste stukjes rode oker, ruim 7 en 5 centimeter lang. De oudste onomstotelijke bewijzen voor menselijk symboolgebruik. In het archeologische materiaal uit die tijd duiken niet alleen handige stenen werktuigen op, maar ook "nutteloze" versieringen en symbolen; van mooi afgevijlde ivoren kraaltjes tot indrukwekkende rotstekeningen.

  Eén van de subgroepen die zich uit de Homo Sapiens Sapiens hadden ontwikkeld moet ongeveer 40.000 jaar lang relatief geïsoleerd in de zuidwesthoek van het Afrikaanse continent hebben geleefd. Dit zijn de zogenaamde Khoisan-volkeren, die ooit aanzienlijke delen van het huidige Zuid-Afrika, Namibië en Botswana bewoonden. De Khoisan waren korter en hadden een lichtere huidskleur dan de meeste andere Afrikanen, hun talen werden gekenmerkt door klikkende geluiden en andere bijzondere medeklinkers. De Khoisan waren voornamelijk jager-verzamelaars en ze leefden in zeer kleine nomadische groepen die de trekroutes van de wilde dieren volgden.

  Tussen ca. -30.000 en -10.000 werden op het Afrikaanse continent de oudere mensentypen door de nieuwere soort verdrongen.