homo habilis
Homo Habilis
Zo’n 2,5 half miljoen jaar geleden verschijnt er een nieuw soort mens, eentje die de bossen Afrika achter zich heeft
gelaten en die gebruik maakt van stenen werktuigen. Dit is het geslacht waartoe ook wij behoren: Homo. De scheiding
tussen Australopithecus en Homo is natuurlijk vrij arbitrair. Het ene geslacht is waarschijnlijk in het andere opgegaan
en er is daarom geen duidelijke grens aan te geven. Toch beschouwen we Homo Habilis (= de Handige mens) en de sterk aan
hem verwante Homo Rudolfensis als de eerste leden van ons eigen geslacht. Deze hominiden hadden waarschijnlijk een
omnivoor dieet, dat wil zeggen dat ze zowel vlees als planten en vruchten aten. Mogelijk waren het aaseters, die door
het gebruik van werktuigen bij het merg in de beenderen van verlaten karkassen konden komen. Een dieet wat rijk was aan
proteïne was nodig voor het ontwikkelen van het belangrijkste wapen van de mens: Zijn hersenen.
De oudste echte mens en de eerste gebruiker van bewerkte stenen werktuigen.
Van de verschillende soorten aapmensen die het Afrika van 2 miljoen jaar geleden bewoonde is Homo Habilis de meest
waarschijnlijke voorouder van de huidige mensheid. Hij bezat de lange zwaaiarmen en korte benen van de Australopithecinen,
maar zijn hersenen waren al behoorlijk gegroeid en zijn tanden en kaak gekrompen. Net als zijn rivaal Homo Rudolfensis
struinde Habilis in groepen de Afrikaanse savannes af op zoek naar kadavers die door roofdieren waren achtergelaten.
Anders dan wel eens beweerd wordt was Habilis geen jager, hij was te klein (nog geen 40 kilo zwaar), had te korte benen
om hard te kunnen rennen en had geen tanden of klauwen om prooi te kunnen doden. Deze aapmens vervulde dus de rol van
aaseter en at tevens fruit en groenten voor de vitaminen. Al bij elkaar was hij dus omnivoor
Habilis staat bekend als de oudste gebruiker van werktuigen. Nu gebruiken apen zoals Chimpansees wel eens takken of stenen
voor het opknappen van een karweitje, soms gebruiken Chimps twee stenen als hamer en aanbeeld om een noot of zoiets te
kraken, maar de werktuigen die worden gevonden naast Habilis zijn overduidelijk bewerkt om beter geschikt te zijn voor
hun taak. De stenen hebben aan één kant een scherpe rand, geschikt om takken of beenderen te kunnen bewerken. 2 miljoen
jaar geleden waren deze stenen vuistbijlen de meest geavanceerde werktuigen op aarde. En waar gebruikte Habilis deze nieuwe
werktuigen voor? Wanneer ze na een dag hard lopen over de savanne bij een karkas aankwamen was dat al bijna geheel
kaalgevreten door de leeuwen, hyena's en de gieren, maar er was altijd een restje over voor de mensapen; beenmerg.
Beenmerg is wel het meest voedzame deel van een karkas, maar de meeste dieren kunnen het niet bereiken. Habilis'
nieuwe werktuigen echter konden de botten openbreken en het merg er uit lepelen. Door deze unieke truc konden Habilis
en hun nazaten zich ontwikkelen tot effectieve aaseters.
Inmiddels zijn er ook werktuigen bekend, die veel ouder zijn dan 2 miljoen jaar. Daarmee is duidelijk geworden dat
Australopithecinen ook werktuigen maakten en valt het culturele verschil dus weg. Het biologische verschil is miniem
(de herseninhoud van Homo Habilis is circa 650 kubieke centimenter, dat van Australopithecinen ongeveer 600 kubieke
centimenter). Datzelfde geldt voor de andere vroege Homo soort, Homo Rudolfensis die maar iets jonger is dan Homo
Habilis. Desondanks worden beide vormen algemeen als echte mensen aanvaard.
Uit de Vroege Homo Habilis, uit de Australopithecinnen, of (volgens Louis Leakey) uit de Kenyanthtropus Platyops
ontwikkelde zich tussen 3 en 2,5 miljoen jaar geleden de Homo Habilis (Latijn voor "de handige mens") (2,5 tot 1,6
miljoen jaar geleden).
Volgens Johanson was de Australopithecus Afarensis zowel de voorouder van de latere Australopithecus Africanus als
de Vroege Homo Habilis, Homo Habilis, Homo Rudolfensis en mogelijk ook van de meer "aapmensachtige" Australopithecus
Robustus.
Recentelijk gaan er steeds meer stemmen op om de Homo Habilis in het geslacht Australopithecus te plaatsen en niet
in het geslacht Homo. De Habilis fossielen zijn volgens sommigen dusdanig primitief, dat de naam Homo niet op zijn
plaats is.
De Homo Habilis is niet de eerste mensensoort die werktuigen maakte en gebruikte. In 1999 vond men in Ethiopië
de fossielen van een 2,5 miljoen jaar oude Australopithecus. Australopithecus Garhi, zoals hij genoemd werd, maakte
bijna zeker gebruik van stenen werktuigen. Deze werden veelvuldig in de buurt gevonden. De notie dat alleen ons geslacht
Homo deze werktuigen maakte is dus achterhaald.
De stenen werktuigen van de Homo Habilis bestonden uit grote ruw gevormde vuistbijlen, gemaakt van ronde stenen
waaraan een scherpe rand was afgeslagen. Deze steenbewerkingstechniek wordt aangeduid met Oldowan(Olduvai)-cultuur,
genoemd naar de Olduvai-kloof waar vele primitieve stenen werktuigen als vuistbijlen en slingerstenen zijn gevonden.
rechts: Homo Habilis. Deze reconstructie toont een nogal aapachtig wezen. Eigenlijk weten we niets over de huidskleur en
lichaamsbeharing.
De Homo Habilis leek in veel opzichten nog veel op de Australopithecinen. Het gezicht was bijvoorbeeld nog altijd
vrij primitief. De achtertanden zijn wel kleiner dan die van de Australopithecinen, maar nog altijd groter dan die
van de moderne mens. De hersenen waren ook groter dan die van de Australopithecinen, ze hadden namelijk een inhoud
variërend van 500 cm³ tot 800 cm³ en de vorm van de schedel leek al meer op die van de moderne mens. Het is ook zeer
waarschijnlijk dat de Homo Habilis ook al kon spreken. Deze soort werd ongeveer 1,27 cm. lang.
De Homo Habilis wordt niet door alle wetenschappers erkend. Zij rekenen de vondsten die door Leakey en zijn medeonder
zoekers toegeschreven aan de Homo Habilis tot de Australopithecinen dan wel tot de Homo Erectus.
Hoe deze mensachtige er exact uit heeft gezien, moeten we gissen. Er zijn ook maar weinig aanwijzingen waaruit we het
gedrag en de manier van leven kunnen reconstrueren. Wat het uiterlijk aangaat leek de Homo Habilis nog sterk op zijn
aapachtige voorouders. Hij was klein en zijn gezicht was wat langer en smaller en zijn armen waren wat korter en minder
slungelig.
Uit archeologische gegevens weten we dat hun gemeenschap stabiel was geworden. Er werd samengewerkt bij het
verzamelen van voedsel en ze woonden lang genoeg samen op kampplaatsen om een behoorlijke hoeveelheid overblijfselen
op te hopen. De vrouwen verzamelden het plantaardige voedsel. Met een graafstok zochten zij op de savanne naar wortels.
Ook eieren en zaden werden verzameld, mogelijk in een primitieve mand van gevlochten klimplanten. De mannen gingen op
jacht. Maar echte jagers waren zij nog niet, d.w.z ze gingen nog niet op jacht op bepaalde dieren, maar vingen vrijwel
alle dieren die zij maar te pakken konden krijgen.
Dat waren meestal kleinere dieren, zoals insecten, vogels en hagedissen, maar soms vingen ze ook wel eens een antilope
of een nijlpaard dat verzwakt was door de ingevallen droogte. Een echte gesproken taal zullen ze niet hebben gehad, maar
wel zullen zij allerlei geluiden hebben gebruikt met een duidelijke betekenis.
Uiteindelijk heeft alleen de Homo Habilis zich als enige mensachtige kunnen handhaven, wat waarschijnlijk vooral te
danken is aan het binnen de groep kunnen samenwerken met elkaar en over een hele reeks bekwaamheden beschikten en niet
doordat zij de Australopithecinen met stenen werktuigen in de hand de wildernis injoegen