Voluntaire Protocollen, Leen Registers, Regesten, verzameld door A.W.A.Bruins

[1325] [1350] [1360] [1370] [1380] [1390] [1395] [1400] [1405] [1410] [1415] [1420] [1425] [1430] [1435] [1440] [1445] [1450] [1455] [1460] [1465] [1470] [1475] [1480] [1485] [1490] [1495] [1500] [1505] [1510] [1515] [1520] [1525] [1530] [1535] [1540] [1545] [1550] [1555] [1560] [1565] [1570] [1575] [1580] [1585] [1590] [1595]


1263
Oorkondeboek van de Graafschappen Gelre en Zutfen, Sloet.
Otto, graaf van Gelre en Zutfen, maakt op keizerlijk en koninklijk gezag het oppidum Nieuw Waegeningen tot eene civitas, met dezelfde rechten als Zutfen, de rechtspleging uitgezonderd. Bij het opmaken van de akte was o.a aanwezig Requino dicto Ploich (Burgerboek der Stadt Waegeningen, blz 1 in het archief aldaar), schepen te Arnhem.

1294,
Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 99, 208, 220 en 300.
Riquinus Ploegh rekent pacht af van de novale tiende van de Veluwe.

1326
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 3 en 4.
Jan Spaen, heft anno 1326. den Spaensweert,ten Zutphensen rechte.

1326
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 3 en 4.
Riquin Ploch helt anno 1326 't Goet te Broke, ten Zutphensen rechte.

1330
Gemeentearchief Arnhem, regest 47.
Riquinus Ploech, schepen te Arnhem in 1330.

1353
Gemeentearchief Arnhem, regest 139-400.
Stephanus Ploegh, schepen te Arnhem, 1353-1393.

1354-1355
Stadsrekeningen Arnhem, blz 27.
quando Wynandus Ridder et Stephanus Plogh equitaverunt ad civitates de Brabantia supra consilium ex parte domicelli nostri 11lb.

1356
A.A.U.Tijdschrift, Archief voor geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht.
Genoemd wordt het overlijden van canonicus Reynoldus Ploech in 1356.

1356
Bannerheerlijkheid Baer en Lathum.
Diederyck Cloeck, beleend met een stuck lants, gelegen in den kirspel van Grusen, ende heyt "die Aldemaet" tot de vicarie Sanct Nycolais behoorende tot eenen Zutphenschen rechte.

1356-1357
Stadsrekeningen Arnhem, blz 79.
Ryquino Cloet de pecunia consessa 300 clipeos valent 420 lb.

1357-1358
Stadsrekeningen Arnhem, blz 114.
dominus Stephanus, burgimagistri, Ghisebertus Sasse Scriver, Gosewinus Plogh, consumpserunt, 6lb. 13s. 4d.
Idem, blz 119
Dracoen fuit Zannebeec ad Gherardum de Leyenberg cum littera domini Stephani et Stephani Plogh supra diffedatione sua 24s.

1358-1359
Stadsrekeningen Arnhem, blz 127.
Hec sunt recepta Gerardi Gruters et Stephani Ploechs burgimagistrorum Arnhemensium, sub anno Domini millesimo trecentesimo quin-quagesimo octavo.
Idem, blz 129
dominus Theodericus, dominus Stephanus, Gruter, Ploech, Gerardus Arnhem in domo Gese Bersekens 2lb.

1358-1359,
Stadsrekeningen Arnhem, blz 137.
Riquinus Cloec

1361-1362,
Stadsrekeningen Arnhem, blz 189.
sabbato postea fuit Huesen, Zevener ad Ancelmum de Ghiseberto Cloec et Pelegerino ten Have 4s.

1369-1370,
Stadsrekeningen Arnhem, blz 356.
nuntio qui ivit ad Wilhelmum Cesarii et uletrius ad Riquinum Cloec.

1375
Gemeentearchief Arnhem, regest 302.
Riquinus Ploech schepen te Arnhem in 1375.

1378
Gelre en Zutphen.
Willem Spaen ontfengt 't goet, geheiten Spaensweert, gelegen in den kerspel van Brummen, te dienstmansrechten, anno 1378.

1386
Leenregister Bannerheerlijkheid Baer nr 39.
Godert Cloec beleent met "Die Aldemaet" te Groessen.

1391
Grondtransactie van de havezate de Berenklau.

1392 (13 december)
Leenregister des Herzogtums Kleve, blz 390/91, nr. 508.
Gadert Kloeck beleent met 18 margen lands geheten "dat Lo" in den kerspel van Duuen.

1392
Riquinus Ploegh vererfde de Corthalshoeve bij Arnhem op zijn(half)broer en zusters Wynand, Marie en Lysbet van Doornik, kinderen van Borro. Verder bestond er waarschijnlijk ook verwantschap met de Arnhemse schepenfamilie van den Broke.
Een tak van de Arnhemse schepenfamilie Ploegh ging zich Cloeck noemen (dit is arbitrair, volgens een annotatie van Willem Anne baron van Spaen kwamen de Cloecken uit Bohemen en noemden zich daar Clocksky) en behoorde onder die naam tot de schildbare dienstlieden. Een zadelleen was een schildbaar dienstmansgoed met een paard te verheergewaden. Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 300.
Of de familie Ploegh oorspronkelijk ook al tot de ministerialen had behoord, of dat alleen de familie Cloeck hiertoe overging, is niet bekend.
Voor de eerste maal komen de broers Johan en Godert Cloeck voor in 1394 als gegoed in het Broek te Arnhem, Archief Arnhem regest 406. Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 300.

1392-1393
Stadsrekening Arnhem, blz 220.
Johan Cloeck 10 oude schilde ad 55½ grosses valet 37lb.

1393-1394
Stadsrekening Arnhem, blz 238.
Johan Cloeck 10 oude schilde ad 55½ grosses valet 37lb.

1393 (9 mei)
Gemeente Archief Elburg.
Wynant van Arnhem en Steven Ploech verklaren, dat Henric van den Werve ende Wenderlmoet, sijne vrouw, benevens Beatrix, sijne zuster, welgeboren sijn en gekomen uit verleende hofsteden. Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert dre ende tnegentich des Manendages nae Sente Jans dach, als men scrivet ante portam latinam.

1394-1395
Stadsrekening Arnhem, blz 268
Johan Cloeck 10 oude schilde valet 40lb.

1394
Gemeentearchief Arnhem.
De broers Johan en Godert Cloeck komen voor als gegoed in het broek te Arnhem.

1395 (20 januari)
Hertogdom Kleef.
Gadert Kloeck beleent met 18 margen lands geheten "dat Lo" in den kerspel van Duuen.

1395 (4 april)
Gelre Werken.
Rekening van de landsheerlijke riviertollen in Gelderland:
Item Aleit Cloiks van 1 voeder wiins 7 gr. Item eadem de novo 12 gr.

1395-1396
Stadsrekening Arnhem, blz. 294.
Johan Cloeck 10 oude scilde te 2 gulden valent 42lb.

1396-1397
Stadsrekening Arnhem blz. 311.
Johan Cloeck 10 oude scilde ad 68 groten valent 45lb. 6s. 8d.

1398-1399
Stadsrekening Arnhem blz. 324.
Johan Cloec van de gruyten 10 oude scilde valent 23 gulden valent 49lb. 16d.
feria sexta post Ascensionem Domini Cloec die sy setten die heervaert ter Litt 6lb. 6s. 8d. (blz. 325)

1399-1400
Stadsrekening Arnhem, blz. 340.
Johan Cloec van de gruyten 23 gulden ad 32 grossos ende 1 grossos valent 49lb. 16s.
idem, burgimagistri etcetera circa Agnetis an Cloec 36s. (blz. 341)

1400
Gelre en Zutphen.
Alijt Spaens, huysfrou Gaidert Cloecks, erve hares vaders Willems, ontfinck een goet, geheiten Spaensweert, met allen sijnen tobehoren, bij Bronchorst in den kerspel van Brymmen gelegen tot eenen erffdienstleene, met eenen perde te verhergewaden, met den huyse, have, beleende mannen, daerto behorende, ende vischerien, anno 1400. zie ook Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 208

1400-1402
Stadsrekening Arnhem, blz. 366.
Johan Cloec van der gruten 8 gulden ad 34 groten valent 18lb. 2s. 8d.
feria tertia post Agate burgimagistri cum scabinis in Cloec 3lb 6s.8d.

1402
Stadsrekening Arnhem, blz 21.
Johan Cloeck van der gruyt 5 gulden ad 40 groten valent 13lb. 6s. 8d.
circa Walburgis Johan Gruter Gosuinus, Aller, burgimagistri et precones in Johan Cloeck 5 lb. 10s.
burgimagistri cum aliis in Cloeck die Walburgis 3 lb. 13s. 4d.
dominica post Walburgis burgimagistri cum aliis des mergens in Cloeck 7 lb. 8s.

1402
Leenregister Gelre en Zutphen.
Johan Cloeck, erve sijnes vaders Ricquins, ontfinck dat goet ten Broice voor Arnhem met alle sijne tobehoren gelegen, tot eenen dienstmanne met eenen peerde te verhergewaden, anno 1402, zie ook Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 208

1403
Leenregister Kwartier Arnhem, nr.3 blz.6
Een goet geheiten "Korteshove", in den Arnemmer kerspel gelegen, tot een Zutphens leen ontfinck Derich Ploech, anno 1403.

1403
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen blz. 121.
Een thiende, in den kerspel van Sevenair, een vijff marcks leen, ontfinck Derich Ploech, anno 1403.

1403
Stadsrekening Arnhem, blz. 39.
van der gruten van Johan Cloeck 6 gulden ad 42 groten valet 16lb 16s.

1404
Stadsrekening Arnhem, blz. 60.
van der gruten van Johan Cloeck 6 gulden ad 42 groten valet 16lb 16s.

1407
Stadsrekening Arnhem, blz 93.
van Johan Cloeck van der gruten 6 gulden ad 12 bienken valet 9lb 12s.

1405
Archief Ampsen, register 4, Winter.
Godert Cloeck, in 1405 leengetuige.

1408
Archief Arnhem, regest 5-15-707.
Dirk Ploegh, schepen te Arnhem (1408-1432).

1408
Stadsrekening Arnhem, blz 112.
van Johan Cloeck van der gruyte 6 gulden ad 12 blenken valet 9lb 12s.

1408
Stadsrekening Arnhem, blz 123.
van Johan Cloeck van der gruten 9 lb 12s.
Johan Cloeck afgeloest der stat brieff van 50 alden scilden die hij gheleent hatte op die gruyte den alden scilt ad 2½ gulden ende den gulden ad 13½ blenke valent 225lb.

1409
Stadsrekening Arnhem, blz 135.
van der gruten van Johan Cloeck 6 gulden valent 10 lb. 16s.
van Johan Cloeck 78 quarten valent 21s. 4d (blz. 145).

1410
Stadsrekening Arnhem, blz 155.
van Johan Cloeck van der gruten 18lb.

1410
Kerkboek pastoor Valks.
Stichting van een vicary te Groessen in 1410. De Sinte Nicolaus-vicary is de eerste vicary te Groessen in der kercken, die daer gesticht is ter eeren den H.Bisschop Sinte Nicolaus ende die Apostelen, Sinte Catharina ende Sinte Lucii. De eerste fondatores deser vicarien, na inhalt der fundatien binnengeweest Johan Kloeck, Johan ten Haeve, Arendt Vos ende Alert inden Bongert ende gemeijnde kerspelsluijden van Groessen.
"In 1410 bij de stichting van de St.Nicolaas vicarie is de eerste schenking o.a. vijff mergen lant geheeten de Oldemaete"
Dit is 't Baerse leengoed die Aldemaet.

1411
Stadsrekening Arnhem, blz. 169.
van Johan Cloeck van der gruten 18lb.

1412
Stadsrekening Arnhem, blz. 206.
van Johan Cloeck van der gruten 10 gulden ad 14 blenken valent 18lb.

1413
Stadsrekening Arnhem, blz.236.
van Johan Cloeck van der gruten 5 lb 12s.

1415
Gelre en Zutphen.
Rycquyn Cloeck, ontfinck Spaensweert met den middelweert, also die met alle heuren tobehoren bij Bronchorst gelegen sijn, tot eenen sadelgoedes leenrechte, anno 1415.
Leenregister Arnhem, blz. 388
Idem anno 1424

1416
Stadsrekening Arnhem, blz 308.
doe die heer mitten scepenen gegaen was van Jan Cloecs erve totter Geylhorn toe verteert baven dat gelt dat van den erfgenamen comen was.

1418
Ministerialiteir en Ridderschap. J.M.de Winter, blz. 99, 208, 220 en 300.
Godert Cloeck, genoemd als knape op Veluwe.

1420
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 3 en 4.
Godart Kloick, erve sijnes broders Johans , ontfinck dat goet te Broicke, gelegen te Arnhem voor der poorten, met al sijn tobehoren geheiten den Hanen bongert, tot eenen sadelschen leen met eenen peerde te verhergewaden, anno 1420.

1421
Stadsrekening Zutphen.
Van badeloon, manendages na der octaven van Pinxteren. Andries tot Aernem, toe Bare, toe Doesborch ende an Godert Cloeck met brieven 9s. 8d.

1421
Stad Kampen.
Na 1415 word het Burgerschap verleend aan ieder goed en eerlijk man, die vier of vijf jaar binnen de muren van de stad heeft gewoond. Zij moesten daar een bedrag voor betalen maar kregen zodoende het recht een aantal stuks vee naar de weide te zenden. Johan Cloeck laat zich inschrijven met zijn zoons Evert en Johan als Burger van Kampen. Twee jaar later wordt zijn zoon Goessen geboren en ingeschreven.
Kampen is eind elfde begin twaalfde eeuw als kolonie door de Friezen gesticht waarschijnlijk Westfriezen gezien oude Friese wetten (o.a Westlauwerse schoutenrecht )

1422 (1 december)
Gemeente Archief Elburg.
Lumme vrouw van Rijcquin Ploech na de dood van haar grootmoeder Hille, haar echtgenoot is hulder.

1424
Leenregister Kwartier Arnhem, nr.3 blz.6.
Derich Ploech, ontfinck een goet ende erve geheiten dat Cordelsgoet, gelegen in den kerspel van Arnhem, tot Zutphenschen rechten, anno 1424. Idem met Eenen thiende, in den kerspel van Sevenair.

1424
Leenregister Kwartier Arnhem.
Godart Kloick, ontfinck dat goet ten Broicke geheeten Hanenbongart met der moilen ende allen sijnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Arnhem buten der Velperpoorten, tot eenen sadelleen met eenen peerde te verhergewaden, anno 1424.

1428
Stadsrekening Zutphen, blz 399.
Van badeloon des donredages na Onser Vrouwen Nativitas, Johan van Cuke toe Bronchorst an den joncker, an Willem van Roderlo, an Goder Cloecke, an Johan van Middachten, an Gerit van Kieken, an Henrick Hoevelwijck toe Doesborch, an joncker van den Beghe, an joncker Walraven van Moerse met brieven hier te comen, 12s 10d.

1431 (23 januari)
Leenregister Huis Bergh, nr 116, blz 111.
't Guet to Holthusen, gelegen in buerscap Oirre, voor den hecke tot Ulft. Liebeth van der Wilte, na doode van haar zoon Herman. Haar man Derick Kloic is hulder.

1433 (3 augustus)
Gemeente Archief Elburg.
Lumme vrouw van Rijcquyn Ploech, haar echtgenoot is hulder.

1436 Ministerialiteir en Ridderschap, J.M.de Winter, blz. 208
Godert Clock, genoemd als knape in het kwartier van Zutphen.

1437
Gemeentearchief Arnhem, regest 724-924.
Steven Ploegh, genoemd als schepen te Arnhem (1437-1453)

1438
Leenregister Kwartier Arnhem, nr 2, blz 3/5.
't Goet ten Broicke; Ricquijn Cloeck, beleent sijnde anno 1438, ende Mente, sijn vrou als tuchtersche, transporteren dat goet geheeten den Hanenbongert met der watermoilen, in der proichien van Arnhem gelegen, in hogen, legen, diepen, drogen, met allen sijnen tobehoren, tot eenen sadelgoets leenrecht op Derich van Camphusen, anno 1456.

1440
Hertogdom Kleef.
Voor 1440 is overleden Johan Kluken.

1440 (15 januari)
Leenregister Hertogdom Kleef, blz 390.
beleend met dat Lo zu Duiven, Ryquin Kluke, Bruder des verstorben Johan.

1442
Leenregister Kwartier Arnhem, nr.3 blz 6.
Steven Ploech ontfinck een guetken Cortelshoeve, hoge ende lege, in natte ende drogen, tot Zutphenschen rechten anno 1444.

1442
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen, blz. 121,
Steven Ploech beleend anno 1442 met "Eene thiende in den kerspel van Sevenair".

1443
Leenregister Gelre en Zutphen uitheemse lenen, blz. 116,
Rycquijn Cloeck legd eed af (als oom) voor de onmondige Palick van Brochusen, zoon van Steven, voor belening van 't Goet te Broickhusen, gelegen in den kerspel van Weel, anno 1443.

1444
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen, blz. 121,
Steven Ploech tuchtigt sijn vrou Nese van Mekeren, an den thiende tot Sevener, woewael het een vijff marx leen is, nochthans met believen des heeren, anno 1444.

1444
Ministerialiteir en Ridderschap, J.M.de Winter, blz. 208
Riquin Cloeck beroept zich te Brummen op zijn dienstrecht. Ook vond er in 1444 een proces plaats tegen Rijkwijn Cloeck, voor de lage bank te Brummen. Cloeck wordt dan aangeklaagd door Sander Schimmelpenninck en Alphart Yseren, Andrieszoon, voor pacht en schade. Rijcqwijn Cloeck verklaart zich onschuldig en zegt verder dat hij een "schijltbuertich" man is "ende gert een ordel wer hij van dier anspraken hier staen sal voir enen dagelixschen richter of niet".
Maar omdat het proces nu toch eenmaal voor de lage bank begonnen is, zeggen Sander en Alphart "so Rijcqwijn onscholt gewedt hefft hier ander bancken, so sal hij die onscholt mit recht hier doin, off hij is vellich vanden schade",

1444
Leenregister Gelre en Zutphen.
Steven Ploech tuchtigt Nese van Mekeren, sijn huisvrou, an de thiende tot Seventer, woewael het een vijff marx leen is, nochthans met believen des heeren, anno 1444.

1446
Archief Zutphen, regest 706.
Riquin Cloeck komt in 1446 als borg voor te Zutphen.

1449 (9 september)
Leenregister Hertogdom Kleef, blz 390, nr. 508.
Ryquin Kloick wordt opnieuw beleend met "dat Lo" te Duiven.

1452 (26 april)
Leenregister Huis Bergh nr 48, blz 45.
Een guet heit die Badeclaw, met des gudes tobehoir; ende ene witlike hostede, gelegen inden Fluen to Waverlo bij Didam. Beleend; Ernstken, zuster van Derick van Brienhem, na diens dood. Haar man Herman Cloick is hulder.

1454
Stad Doesburg.
Een lijst van broeders bij de Onze Lieve Vrouw Broederschap te Doesburg "Hiernae staen bescreven onse levende bruedere die noch leven in Goeds ghenaden, inden iair ons Heren dusent CCCC ende LIIII, op Sunte Pancracius dach. Ende als der bruedere enich stirft, so salmen se scriven biden doden brueders". In dit stuk worden o.a genoemd Jan Clock en Derick Clock.

1456
Leenregister Kwartier Arnhem blz 386-387.
Betreffende Spaensweert. Rycquyn Cloeck tuchtigt sijn vrou Mente, ende so sij verandersaet, sal sij te tucht hebben nit meer als 40 alde Franckrijkse schilden sjaers, anno 1456.

1457 (19 mei)
Leenregister Huis Bergh, nr 116.
't Guet to Holthusen; Frederick Rofftasse, door overgifte van zijn ouders Geryt Rofftasse en Katheryen diens vrouw, welke laatste de erfgename was van Elisabeth van der Wylte. Deric Kloick behoudt als lijftocht een rente uit dit goed, nl. 8 gulden zoolang hij leeft en 3 gulden zoolang heer Ott van der Butzeler, bastaard, leeft.

1459
Leenregister Kwartier Arnhem, nr 3, blz 6.
Steven Ploech tuchtigt zijn vrou Griette an sijn husinge ende hofstede binnen Arnhem gelegen, geheiten die Cortehoeve, ende an 100 churfurster averlentsche Rhijnsche gulden sjaers die hij heur bewesen heeft na uutwijsen heurer beyder hijlixvorworden an 7 mergen lants, gelegen in Arnhemmerbroeck, der 3 mergen gelegen sijn achter den teeche-lavent ende 4 mergen in eenen camp achter Heyn Schaix huys, ende an sulcken lant in de Mersch, gelegen buten ende binnen dijx, dat Gerrit Wyrrick in pacht gehat heeft; item an een stuck lants gelegen op Arnhemerenck bij den Cattenpoel, dat Lubbert Everts in pacht heeft voor drie molder roggen sjaers ende 6 par hoener; item an een stuck lants gelegen in Maescamp van Mekeren, dat Maes in pacht heeft voor 1½ molder roggen sjaers; item an een molder saetlants gelegen bij den goede te Gronde, dat verpacht is voor 5 schepel rogge sjaers ende een vette gans; item an een saetlants, gelegen an Daems camp van Delen, dat Johan van Kranenborch in pacht heeft voor een schepel roggen ende een par hoener sjaers; item an een hoeve holts an Arnhemerbosch ende sulcke gerven, als Steven heeft op Arnhemerenck, als dit lant holt, huysinge ende hofstede geheyten die Cortehoeve tsamen te leen ruert tot Zutphense rechten anno 1459. Steven Ploech vernijt eedt, anno 1465 .

1460
Baer en Lathum.
Heer Heynrick Kayck; (waarschijnlijk Kluyck, vicaris) beleent met die Aldemaet anno 1460, hulder is Otto van Bingerden.

1465
Leenregister Kwartier Arnhem,
Betreffende Spaensweert. Rycquyn Cloeck tuchtigt sijn vrou Mente, ende so sij verandersaet, sal sij te tucht hebben nit meer als 40 alde Franckrijkse schilden sjaers, anno 1465.

1465
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse leenen blz 121.
Derck van Camphusen beleend met "Eenen thiende in den kerspel van Sevenair" bij makinge sijnes ooms Stevens Ploech, anno 1465.

1466
Ridderschap Veluwe, blz 47.
Rijcwijn Cloeck tot de Spaansweerd en Berenclau, zoon van Godert Cloeck en Aleyd Spaen, in de ridderschap circa 1466, overleden in 1475 trouwt met Menta van Roderlo (dit is arbitrair, uit een onderzoek door Marijke Spaan dient dit Menta van Camphuysen te zijn).
*1450 (6 december)
*Utrechts Archief, familie Malapert, (204).
*Margaretha, weduwe van Kracht (Spaen) van Kamphuysen en haar zoons Derick, Cracht en Steven en haar schoonzoon Rycquin Klueck (gehuwd met dochter Margaretha), verklaren op raad van jonker Willem, heer ten Berghe enz. en van de verwanten van de nalatenschap van hun man en vader Cracht van Kamphuysen te hebben verdeeld. Met de zegels van Steven Ploech, Jacob van Hackfort, Rutger van Paderfoert, Gerrit van der Kornhorst, Derrik van Kell, Johan van Eeck, Margaretha, weduwe Kamphuysen, Derick, Cracht, Steven van Kamphuysen en Ricquen Kluek.

*1456 (2 mei)
*Gelders Archief, Oud archief Arnhem, (2000).
*Arnold, heer van Gelre etc. verklaart dat hij aan Derick van Camphuysen (broer van Margaretha) in leen heeft gegeven, het goed de Hanenbongert, met watermolen c.a. gelegen in het kerspel van Arnhem, na opdracht van Riquin Cloeck en diens vrouw Menta van Camphuysen.

1467, (18 augustus)
Andreas Parochie Zevenaar.
(dinstach nae Onser Liever Vrouwen dach Assumplionis) Jelijs van Langevelde, richter in de Liemersch vanwege de Hertog van Cleve en graaf van der Marck, oorkondt dat voor hem en Henric Momme, Lambert van Poilwic, Jacob Hol en Henric ten Hove, schepenen van Duven, zijn verschenen Johan van den Loe, richter en Stijn van den Loe inden Eyl, zijn echtgenote, welke in de kerk van Zevenaar vier memoriën stichten, alle ten behoeve van Wessel van den Loe en Else zijn echtgenoot, Zibert van Eyl en Stine zijn echtgenote, Johan van den Loe en Stin zijn echtgenote, en hun nakomelingen, waarvoor de stichters geven: een rente van 12 malder rogge Zevenaarse maat uit hun goed "de Byvanck", kerspel van Beek 12½ alde Francrixse schilt jaarrente uit erf en goed van Ricguin Klueken en Mijnten zijn echtgenote, gelegen in de kerspel Duven, met name uit 4 morgen land in de Loehoirst, 5 moren in den Alden Brueck, 1 morgen op der Westerlake, voorts uit alle goederen van laatstgenoemden in de kerspel van Duven gelegen. Tot uitvoerders worden aangewezen Claes van Camphusen, priester, Rolof Derickssoen, Henrick van Lengel Goesenssoin en Reyner Masschop, kerkmeesteren van Zevenaar.

1467
Aantekeningen door Th.Goossen
Genoemd te Duiven, Ricquijn Klueken echtgenoot van Mijnten.

1468 (4 juni)
Gemeente Archief Elburg.
Gerrit Drullinck, Henrick Bigge, Gerit van Holte en Johan Wolrersz. van wege burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Elburch eenerzijds, en Steven Ploech, Herman van Wije, Daem van Delen en Brant van Delen van wege Heinrick die Voss van Steenwijck andererzijds, doen uitspraak in de geschillen tusschen genoemde partijen over de gruit en het gruitgeld binnen de stad en de stadsvrijheid. Gegeven int jair onss Heren dusent vyerhondert acht ende tsestich up Sunte Bonifacius avont episcopi.
a. Concept.
b. Minuut.
c. Oorsprong met het stadszegel, ende zegels van Heinrick die Voss van Steenwijck ende oorkondens in groene was.

1469 (22 september)
Stad Doesburg, die Mauricy.
Henrick Bairken zet zijn zoon Johan Bairken moederlijk versterf uit, 4 rynsgld. jaerrente die hij geeft uit Johan Klueken huis in de Hospitailstraat.

1473 (8 oktober)
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Rycquyn Cloeck vernijt eedt van Spaensweert met allen sijnen tobehoren, in den kerspel van Brummen gelegen, daer naest gelant is mijn joncker van Bronchorst an d'een ende Arnt van Middachten an d'ander sijde, tot eenen Zutphenschen sadelgoets leenrechten, met eenen peerde te verhergewaden.

1475 (8 september)
Stad Doesburg.
feria post Festum Martini inden winter. Gerret Blomendail zet als moederlijk versterf aan zijn kinderen 8 Rijnsgld. Rentken Kloec zet haar kinderen voor vaders versterf 4 Rijnsgld.

1475 (16 november)
Leenregister Hertogdom Kleef, blz 390, nr.508.
Gysbert Cloicke, verstorben Ryckquins soen beleend met dat Lo zu Duven.

1476
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Cracht Cloeck, beleend met Spaensweert, "erve sijnens vaders Rycquins, anno 1476".

1477
Gemeente Archief Elburg.
Hendrik Heytbrink namens "Dat Hiilgen Geesteshuis tot Deventer"als erfgenaam van wijlen Lumme, vrouw van Ricqwijn Ploeg

1481 (5 september)
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Cracht Cloeck, beleend met Spaensweert, "vernijt eedt, tuchtigt zijn vrou Belye van Mekeren, daerto 60 heerenponden uut den weerdt; so hij kinder bij haer nalaet, sal sij te tucht holden huys, hofstat, timmeringe, huysraet ende 50 heerenpond; so sij herhylickt, sal die tucht uut sijn, alleen holdende 60 heerenpond jaerlix."

1481
Kerkboek Pastoor Valck.
Gaert van Berffelt of Mollen genoemt ende Johan ten Haeff edelluijden ende kerspelsluijden te Groessen hebben beginnen te fundiren eene vicary in onser kercken te Groessen in die eere Onse Liefe Vrouwe ende der twee Confessoren Sinte Thonis ende Sinte Jooste, ende daerop gestift twee Missen des Vrijdaeghs ende des Maendaeghs; hiertoe heeft Gaert van Berffelt toe gegeven X gold guldens overlensche Keurvorster gelt, dwelicker tyns gaede uijt des Ses-roeden; Johan ten Haeff heeft tot den altaer gegeven drie mergen lants 't Duiven, "In den Haen" genoemt; dese twee hebben dese vicary eerst fondiert ende dese twee Missen daerop gestift in den jaer Ons Heeren MCCCC ende een en tachtigh ende Heer Hendrick Koeck heeft den eerste dienst daerop bewaert.

1481 (12 april)
huisarchief Vilsteren.
Beernt van Holthuesen, schulte binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Aelbert Cloeck en zijn vrouw Aleit heben verkocht aan Derick den Witten en diens vrouw Jutten het halve erve en goed Huernynck, gelegen in het kerspel van Wernsfelt in de buurschap Eeffde, dat een thijnsgoed is van de hertog van Gelre en bezwaard met een thijns van vijftien olde groten en de tienden uit de tiendbare landen ten behoeve van de tiendheren, en bevoordeeld met de thijns van een halve olde Vlemschen groett uit het erve en goed Smedynck, anderhalve Vlemschen groet uit Schuerynck en een rente van drieeneenhalve Vlemschen groet, betaalbaar op Sunte Merten inden wynter, uit het goed ten Passe.
Gerichtslieden: Johan Kalffselar en Henrick Raven.

1482
Leenregister Hertogdom Kleef, blz.390, nr.508.
Gysbert Cloicke opnieuw beleend met "dat Lo" te Duiven.

1483
In de 15e eeuw komt Gaert Kloeck met zijn zoon Rickwijn voor als bezitter "der havesathe Berenclauw".

1483
Kerkboek Pastoor Valck.
In den jaere Ons Heeren duijsent vier hondert ende drie en tachentigh den X-dagh Novembris hebben die eerentveste Johan ten Haeve ende Gaert Mollen genaemt Berrefelt, Gaert Kloeck, Hendrick 't Nes ende Hijntje van Lengel gesticht te Groessen in der kercke Sinte Anthonius vicary.

1484
Baer en Lathum.
Heer Heynrick Kayck; (waarschijnlijk Kluyck, vicaris) beleent met die Aldemaet anno 1484, hulder is Otto van Bingerden.

1493
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Cracht Cloeck beleend met Spaensweert, "vernijt eedt anno 1493".

1496
Bisdom Utrecht, A.A.U. deel 57, blz. 15.
Genoemd wordt Jan Clock, priester te Harderwijk.

1496
Ridderschap Veluwe, blz.22.
Willem van Roderlo tot Bakenweerde en Nederlaer, schepen van Zutphen, overleden op 6 juni 1496 en begraven te Utrecht, zoon van Willem van Roderlo en Margriet Cloeck, hij trouwt Agnes Caelsack, overleden op 6 juni 1506 en begraven te Zutphen.

1500
Huis Bergh, inventaris 4170.
16de-eeuwsch afschrift op perkament gemaakt door notaris Henricus Clueck.

1501 (3 mei)
St.Urselen Convent Elten, regest nr. 38a.
Upten manendach nae sonnedage Jubilate 1501. Styna van Barferde, weduwe van Giesbert Kloicken met Gairt en Johan Kloick, haar zonen, bekennen verkocht te hebben aan Johan Keyser een stuk land, genaamd de Loehorst, groot 5 morgen, gelegen inde kerspel Duven en zulks ter voldoening van een som van 50 rijnsche gulden die zij ontvangen hadden van Johan Keyser om daarmee de nagelaten schulden van haar man en hun vader te betalen.

1501 (4 mei)
St.Urselen Convent Elten.
Opten naesten dynsdach na den sonnendach Jubilate 1501. Johan Keyser bekent dat Styna van Barferde, weduwe van Giesbert Kloicke, met Gairt en Johan Kloicke, haar zoons, zijn swegerlinge, hem verkocht te hebben 'n stuk land genaamd de Loehorst, groot 5 morgen, gelegen in het kerspel Duven, voor 50 rijnsche gulden volgen een gerichtsbrief van maandag na Jubilate 1501 en schenkt nu aan Styna en haar zoons het recht om dit land elk jaar op St.Peter ad cathedram te lossen voor 50 rijnsche gulden.

1503 (3 mei)
Huis Bergh,
Wychart Cloick, richter te Weistervoirt, schrijft aan Wessel van Armell, drost van het land van den Bergh, dat men ter plaatse bezorgd is voor overvallen door die van Heesshuyss en vraagt, hoe de verhouding met deze is.

1503 (8 mei)
Huis Bergh, inventaris 1794.
Wessel van Ermen, drost, antwoordt aan Wichart Kloick, richter, met inlichtingen over den toestand. Gescreven up Maendach neyst na den Sondach Jubilate anno 3de.

1504 (17 april)
St.Urselen Convent Elten.
genoemd wordt bij de verkoop van grond aan het St.Urselen Convent te Elten, Aelbert Kloeck, als schepen van Sevener.

1505 (27 april)
Leenregister Hertogdom Kleef, blz. 390, nr. 508.
Gadert Cloick, Gysbertz soen beleend met "dat Lo".

1513 (10 juni)
St.Urselen Convent Elten, regest nr.38 met het zegel van Willem van Myrenberg, neef van Gaert Cloeck.
Opten naesten vrijdach nae sente Bonifaciusdach 1513. Gaert Kloick bevestigt de overdracht aan het convent van St.Urselen te Neder Elten van een stuk land, groot 5 morgen, genaamd de Loehorst, gelegen in het kerspel Duven, gedaan door Styna Kloicke, zijn moeder, zoomede Ryckwyn en Menta, zijn broeder en zuster waarmede Alit, zijn zuster in het klooster is gebracht. Welke overdracht was geschiedt toen hij uitlandig was.

1515
Leenregister Kwartier Arnhem, blz. 387.
Beleend met Spaensweert, Gijsbert Cloeck, erve sijnes vaders Crachts Cloeck, erft op sijn moder Belye van Mekeren, anno 1515. Gerard van Broeckhusen is hulder.

1517
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Henrick Cloeck, beleend met Spaensweert, bij transport sijner moder Belye, anno 1517.

1517 (2 december)
Andreas Parochie Zevenaar.
Genoemd wordt; Rijckwijn Cloeck, schepen van Soevenhar, upten naesten guedesdach nae Sunte Andres des hillygen Apostelz.

1518 (2 december)
Huis Bergh, regest nr.3171, minuut inv.281, afschrift inv. nr 3497.
De bevelhebbers van Bergh schrijven aan Johan Kloick, richter te Westervoirt, dat zij inlichtingen wensen omtrent zijn optreden tegen Frederick Noiden burger van Doisborch, die met een schip te Westervoirt aan den grond gevaren was. Gescreven up Donredach post Andree anno etc. XVIII.

1518 (4 december)
Huis Bergh, regest nr. 3174.
Burgemeester, schepenen en raad van Doesborch schrijven aan den richter van Westervoirt, dat zij protesteren tegen het opleggen van een boete aan hun medeburger Frederick Noyden, die met zijn schip aan den grond gevaren was. Gescreven up sunte Barbarendach anno etc XVIII.

1518 (30 december)
Huis Bergh, regestnr. 3182.
Johann Kloick, richter te Westervoirt, antwoordt aan de raad en vrienden van jonker Oesswalt, graaf van den Berghe, dat hij meent terecht gehandeld te hebben, vraagt om nadere instructies en zendt den hem gezonden brief van Duessborgh toe. Gescreven op Donredach post Nativitatis Domini anno Domini XV ende XVIII.

1519 (29 april)
Huis Bergh, invent nr. 3496.
Johan Kloeck, richter te Westervoort, oorkondt dat eenige inwoners van Isseloerde een getuigenis afleggen over de grenzen van het land van den Berghe aldaar, die in 1516 waren vastgesteld. Geschyet in den jair onss Heren doe men screeff duysent viifhondert ende negenthyen dess Frydages na den heyligen Paessdach.

1521/1546
Alter Emmericher Familien, in St. Alegondis, blz 67 en 68.
Rickwyn Cloick als richter van Gendringen.

1521 (6 december)
Huis Bergh.
Oorkonde opgemaakt door Riickwiin Cloick, richter te Gendringen "Gegeven ind geschiet in den jaeren onss Heren duyssent viiffhondert ind eyn ind twyntich op Frydach sunt Nicolaus, dach des hilgen bysschops".

1521
Bisdom Utrecht, A.A.U., deel 1, blz 36.
Genoemd wordt Hendrik Clueck, van 1521 tot 1553 werkzaam als priester van het St.Anthoni's altaar te Terborg.

1522 (3 februari)
St.Urselen Convent Elten, regest nr. 41.
St. Blasiusdaghe 1522. Genoemd wordt Rychwyn Cloeck als tijnsgenoot.

1522 (26 november)
Huis Bergh, regest 2019, inv. nummer 1453.
Riickqwiin Cloick, richter te Gendringen en Etten, oorkondt, dat Luessche van Koerenhorst op verzoek van Willem die Greve verklaart, dat hij op bevel van jonker Frederick, graaf van den Berghe, heer tot Hedeell, van dezen geleend had 40 hornsche en 1 badensche gulden. Gegeven ind gheschiet in den jair onss Heren dusent viiffhundert twe ind twyntich up Gusdach post Katherine virginis.

1522 (4 december)
Huis Bergh, brief nr.3451, minuut invent nr. 285.
Oiswait, graaf van den Bergh, schrijft aan Riickqwiin Kloick en Gompert van Mairlie, richter en gerichtsbode te Genderingen, dat de rechtsdag tegen Geryt Katte op 19 december is vastgesteld. Gescreven up Donredach ipso Barbare anno etc. XXII.

1523 (5 juni)
Huis Bergh, regest nr.2048, invent nr. 3496.
Johan Cloick, richter te Westervoort, oorkondt, dat eenige bejaarde personen getuigenis afleggen omtrent het weiderecht van schapen op de Cleyne Vockemaet te Westervoirt. Des Vrydaigs na den helligen Sacramentzdach anno dry ende twyntich.

1523 (6 juni)
Leenregister Hertogdom Kleef, blz.390, nr.508.
Gadert Cloick, Gysbertz soen, opnieuw beleend met "dat Lo".

1524 (10 november)
Huis Bergh, regest 2076, oorspronkelijk invent nr. 5377.
Wolter van Weze, richter in de Liemersch, Palick van Helbergen, burgemeester en Willem Steynbicker, schepenen van Zevener, oorkonden, dat eenige bejaarde personen verklaren, dat de Kloikenwardt aan den graaf van den Bergh toebehoort. Up sunte Martens avondt in den wynter anno etc. XXIIII.

1526 (13 juli)
Huis Berghm regest 2121.
Frans Kloick, tynsheer uit naam van de abdis van Elten, oorkondt, dat mr.Jacob ten Haeve, volgens procuratie van 1526, Juli 12, aan Jan Span, gemachtigde van den jonker van den Berg, zijn aandeel in het veer te Westervordt, tynsgoed van den hof te Eltinge, overdraagt. Actum up den Vrydag ipse Margareta anno XV XXV.

1528 (24 april)
Huis Bergh, invent nr.3496.
Johan Kloick, richter te Weystervoirt, oorkondt, dat eenige bejaarde personen getuigenis afleggen omtrent het beloop der grenzen van Westervoirt en de Pleyne. Anno XXVIII opten neisten Vrydach nae Belaken Paessen.

1530 (26 april)
Leenregister Gelre en Zutphen.
Ryckquijn Cloeck, beleend met Ses hollantsche mergen lants afgesplit van den Meerslach, in den kerspel van Duven, in Lymers gelegen.

1530 (25 mei)
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen 119.
Ryckquijn Cloeck, bij transport Derck van Griet, ontfengt 6 mergen lants ongeveerlick gelegen tuschen erffnisse Thonis van Middachten aan d'een ende des convents van Elten an d'ander sijde, schietende met den eenen eynde op de Averstrate.

1530
Ridderschap Veluwe, pag. 157.
Anna Cloeck, dochter van Rijckwijn Cloeck en Vithe van Dam, trouwt omstreeks 1530 met Johan Huessen, zoon van Hendrik Huessen en Elisabeth Helmich.

1532 (4 januari)
Huis Bergh, regest 3990, oorspronkelijk invent nr.295.
Johan Kloick schrijft aan de raden Warnerus Elfferdynck en Henricus van Gruene, dat hij gaarne bij hen wil komen over de op te brengen gelden. Gescreven op Donredach post Gircumcissionis Domini anno XXXII.

1532 (15 oktober)
Huis Bergh, regest nummer 4062, oorspronkelijk invent nr. 295.
Florys van Egmondt graaf tot Bueren etc. verzoekt aan Oistwalt, graaf tot den Berghe, om hulp voor zijn heraut Bueren tegen Jan Kloeck. Gescreven te Bueren den XVen Octobris anno XXXII.

1532 (16 oktober)
Huis Bergh, brief nr.4064, inv 295.
Henricus Creeft, rentmeester te Graeff, schijft aan Daem van den Berghe, richter te Genderingen, dat Bueren, heraut van den graaf van Bueren, een geschil heeft met Johan Cloeck over land onder Boickholt, verzoekt dezen te willen helpen, en deelt eenig nieuws mede over den strijd tegen den Turcken. Gescreven met haist opten XVIen dach van October anno XXXII.

1532 (18 oktober)
Huis Bergh, brief 4066, minuut invent nr. 295.
De bevelhebbers van Bergh verzoeken aan Johan Kloick richter te Westervoirt, den volgenden dag bij hen te komen. Gescreven up Vrydach ipso Luce evangeliste anno XXXII.

1532 (8 november)
Huis Bergh, briefnummer 4071, oorspronkelijk invent nr.295.
De graaf van den Bergh beveelt Johan Kloick, richter te Westervoirt, aan de geërfden aldaar het plan voor te leggen om een heffing te leggen op hun goederen voor de nieuwe sluis en bruggen in de Liemersch.

1532 (8 november)
Huis Bergh, briefnr. 4072, oorspronkelijk invent nr.295.
Johan Kloick, richter te Westervoert, antwoordt aan Oyswalt, graaf them Berghe, dat er weinig genegenheid bestaat om de heffing toe te stemmen. Gescreven op Vrydach post Willebrordi anno etc. XXXII.

1533 (28 januari)
Huis Bergh, regest 2296.
Johan Kloick, richter te Westervoirt, oorkondt, dat enige personen een verklaring afleggen omtrent de grenzen van het land van den Berghe. Geschiet in den jaere ons Heren duisent vijffhondert drieendertich opten Dynxdage nae sinte Pauwelsdach Conversionis.

1533 (29 maart)
Huis Bergh, briefnummer 4140, oorspronkelijk inventnr. 296.
Johan Kloick, richter te Westervoert, zendt aan de Raden van den graaf them Berghe afschrift van de lijst der geërfden van lisseloerde, die onder de schatting van Westervoirt vallen en nog niet betaald hebben, en deelt omtrent zijn mening enige bijzonderheden mede. Gescreven op Saterdach post Letare Jherusalem anno etc. XXXIII.

1533 (24 mei)
Huis Bergh, briefnummer 4170, oorspronkelijk invent 296.
Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem schrijven aan Oesswalt, graaf van Berghe etc. dat de geërfden van Lymersch en Lathem zich beklagen over de onwilligheid van de geërfden van Westervoert om aan de sluis te Lathem mede te betalen, en zenden hem afschrift van den landbrief van 1328, waaruit de verplichting blijkt. Gescreven op Saterdach nae onss Heren Hemelfartzdach anno XXXIII.

1533 (29 mei)
Huis Bergh, briefnummer 4172, minuut invent 296.
De graaf van de Bergh zendt aan de geërfden van Westerfoirt, te Arnhem woonachtig, afschrift van den brief van Arnhem en verzoekt om hun antwoord hierop. Gescreven up octavas Ascensionis Domini Anno XXXIII.

1533 (29 mei)
Huis Bergh, briefnummer 4173, minuut invent 296.
De graaf van de Bergh zendt aan Johan Kloick, richter te Westervort, afschrift van den brief van Arnhem en verzoekt om antwoord hierop. Gescreven up octavas Ascensionis Domini Anno XXXIII.

1533 (24 november)
Huis Bergh, regest 2306, inventnr.296.
Johan Kloick, richter te Westervoirt, oorkondt, dat de heer Henrick van den Kreytier, pastoor aldaar, op verzoek van Johan te Putte Campe, een verklaring aflegt over de vererving van een stuk land te Westervoirt. Anno Domini etc. XXXIII.

1535 (16 november)
Huis Bergh, brief 4326.
Johan Kloick, richter te Westervoert, laat weten aan pater en convent van St.Angneten te Arnhem, dat aan hun goederen te Ysseloirde gepand is wegens onbetaalde schatting. Geschiet op Dinxdach nae sunte Marthenssdach in den wynter anno Domini etc. viifindartich.

1535 (23 november)
Huis Bergh, brief 4323.oorspronkelijk in inventarisnr. 298.
Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem schrijven aan Oesswalt, graaf van den Berghe etc. dat de goederen onder Westervoert toebehorende aan de burgers hunner stad, gepeind worden door den richter, waarvan een voorbeeld wordt overgezonden, terwijl zij geregeld hun schatting hebben betaald aan den onderrichter Arnt Vysscher, en protesteren hier tegen. Gescreven op Dynxtach post Presentationis Marie anno XXXV.

1535 (26 november)
Huis Bergh, briefnr. 4327, minuut in inv.nr. 1128.
Daem van den Berghe, bastaard, drost 's lands van den Berghe, zendt aan Johan Kloick, richter te Westervoirt, afschrift van een brief van de stad Arnhem aan den Graaf en verzoekt om bericht, of inderdaad de schatting door Arnt Vysscher geïnd is. Gescreven up Vrydach post Katherine anno XXXV.

1535 (7 december)
Huis Bergh.
Johan Kloick, richter te Westervoort, antwoordt aan Daem van den Berghe, drost 's lands van den Berghe dat de schatting niet aan Arnt Vysscher, gerechtsbode, betaald is.

1535 (18 december)
Huis Bergh, brief 4321 minuut inv.nr.298.
Daem van den Berghe, bastaard, drost van het land van den Berghe, zendt aan Johan Kloick, richter te Westervoort, afschrift van den brief aan de stad Arnhem, en beveelt hem de panding te doen voortgaan. Gescreven upten XVIIIen dach Decembris anno XXXV.

1535 (31 december)
Huis Bergh, minuut inv.298.
Aan de stad Arnhem dat de bedoelde schatting geheven wordt ten behoeve van den Hertog, en dat Arnt Vysscher niet gerechtigd is tot de ontvangst.

1536 (22 mei)
Huis Bergh, brief 4371, minuut inv. nr. 1128.
De graaf van den Bergh, schrijft aan Wessel van den Loe, hofmeester en ambtman, dat hij ondanks de toezeggingen van den hertog van Cleve van zijn renten uit het tolhuis nog niets ontvangen heeft, en vraagt om opheldering.

1536 (22 mei)
Huis Bergh, brief 4371, minuut inv. nr. 1128.
Daem van den Berghe, bastaard, drost 's lands van den Berghe, verzoekt aan Johan Kloick, richter te Westervoirt, onmiddellijk den gerichtsbode naar hem toe te zenden, met de mededeling, wie deze gepand heeft. Gescreven upten XXII. dach van Mey anno XXXVI.

1538
Huis Bergh, regest 2076.
Stukken betreffende de geschillen tusschen den graaf van den Berghe en Johan Smullinck over het bezit van de Kloikenwaard onder Bylandt. Met attestatie van 1524.

1538
Leenregister Kwartier Arnhem blz.387.
Henrick Cloeck beleend met Spaensweert, vernijt eedt, anno 1538, (7 juli 1544).

1538 (25 september)
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen blz. 119.
Ryckquijn Cloeck vernijt eedt, in verband met de 6 morgen leengoed in de Meerslack te Duiven.

1538 (30 september)
Huis Bergh, oorspronkelijk inv.nr. 301.
Afgevaardigden van de banner heren, ridderschap en steden van Gelre en Zutphen, te Rueremunde op de Landdag bijeen, schrijven aan Oiswalt, graaf van den Berghe etc. diens brief betreffende Kraeckouwen, den graaf van Nuwenaer, Crefelt en 't Cloickenwertken ontvangen te hebben, en delen mede, dat alle, den Hertog aangaande, zaken naar den a.s landdag te Arnhem verwezen zijn, en dat zij inzake het Cloickenwertken hem een antwoord zullen doen toekomen. Gescreven Tho Ruermunde upten lesten dach Septembris anno etc. XXXVIII.

1538 (2 oktober)
Huis Bergh, oorspronkelijk inv.nr. 301.
Cornelis van Delen schrijft aan Oeswalt graaf van den Bergh etc. deelt mede dat de Landdag den Ambtman en den hofmeester Wessel van den Loe zal opdragen aan Johan Smullynck te bevelen het Kloekenweertyen in sequester aan den Ambtman in Overbetauwe, Olivir van Hackfoert, over te geven. Gescreven metter hayst den II dach Octobris anno XXXVIII.

1539
Ridderschap Veluwe.
Cracht Cloeck, zoon van Cracht Cloeck en Belia van Meeckeren, compareert op den Landdag van 1539 en staat op de twee eerste riddercedullen. Cracht Cloeck trouwt met Cornelia van Soulen; zij hebben één dochter Belia, genoemd naar haar grootmoeder.

1540 (3 mei)
Huis Bergh.
Leengoed "Kuygen hofstad" te Didam. Johan Kloick, als naaste bloedverwant van Wichmoet van der Holst, vrouw van Derick Kreyter, die erfgename was van Steven van der Holst, doch niet beleend was geweest, wordt met het 1e leen beleend op 8 juni 1540. Het 2e leen komt aan Ernst Mom en zijn vrouw.

1540
St.Urselen Convent Elten, regest 43
Op Meyaventh 1543. Genoemd worden Johan Cloick, pater, en Alydt Cloicken, mater bij de koop van een jaar rente aan het convent te Neder Elten.

1544 (7 juli)
Leenregister Kwartier Arnhem.
Henrick Cloeck beleend met Spaensweert, vernijt eedt.

1545 (7 juli)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 18.
Up dinxdach post Translation's Martini. Genoemd wordt Jasper Cloick schepen te Seventer.

1546 (23 juni)
Huis Bergh, regest 2600, inv.nr 1365.
Riickwiin Kluek verkoopt, mede namens zijn vrouw, aan de juffers te Elten een vordering van 100 ryderguldens, renterende 5 guldens 's jaars, op den graaf van den Bergh, en rustende op 't goed, te Lossen in de Lyemersch. Op heyligen Joansavent anno XV und sess und ferttich.

1547 (20 april)
Leenregister Baer, nr 39.
Heer Jacop Vallick, beleend met "die Aldemaet", hulder is Henrick die Vrede.

1549 (21 april)
St.Urselen Convent Elten, regest 44.
Optenn manendach nae Paesschen ind was den 21en dach Aprilis 1549. Genoemd worden dan Alit Kloecken, mater, en Mechelt Spains, procuratrix als zusters van het st.Urselen convent te Neder Elten

1550
Genoemd wordt Johann Cloek, "Smit", hij is in 1550 bezitter van een huis "auf dem Fischerort" te Emmerich. Hij overlijdt in april 1591

1551 (17 augustus)
Huis Bergh, nr 163, blz 161.
Acht mergen landts, gelegen in den kerspell van Groissen in den Aildenbroick. Henrick Kloss, namens zijn vrouw Veronica Kloicken, na doode van haar grootvader Johannes Steenbicker, door wien het medegegeven was aan zijn dochter Styne bij haar huwelijk met Ailbert Kloicken, die echter niet beleend was geworden. Betreft 8 morgen leengoed in de Oudbroeken te Groessen.

1551 (24 september)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 23.
Up donredach post Mathei apostoli. Genoemd wordt Ryckwyn Cloicken, richter in de Lyemersch.

1552
St.Urselen Convent Elten, regest 45.
Genoemd wordt Alit Kloecken, als mater van 't St.Urselen convent te Neder Elten.

1552 (13 juni)
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse leenen, blz 119.
Gijsbert Cloeck, bij transport sijnes vaders Ryquijns Cloeck, beleend met 6 morgen Meerslach te Duiven.

1554
Gemeente archief Wehl, regestenlijst 1 1554, orgineel op perkament, inv.nr.122.
Gyesbert Cloick, stadhouder van Ryckwijn Cloicken, richter in de Lyemersch vanwege de hertog van Cleve, Gulick etc., oorkondt dat voor hem, schepenen van Zevenaer, Mathies van Haitzhoevel, rentmeester, en Berndt van Harwenden, landschrijver, is verschenen Henrick Verdick, als gevolmachtigde van zijn broer Wyer, welke overdraagt aan Henrick Lubberdinck en Henrica, zijn echtgenote, een stuk land "de Hillen Hoevel", gelegen in het kerspel van Weel, waarvoor deze als pand stelt de helft van de Hontzmaete in het gericht van Dottichem. Ten behoeve van de armen wordt door kopers een jaarlijkse uitgang van 2 molder winterroggen aan de kerk van Weel gevestigd, waartoe zij de Hillenhoevel vastzetten.

1554 (8 januari)
Leenregister Baer.
Cracht Kloick, wordt na erfwissel met zijn zwager Arndt Gruyter, beleend met "Den hof up Sweechorst" in den kerspel van Zevener.

1555 (14 mei)
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Cracht Kloick, beleend met de Spaensweert, erve sijnes vaders Henrix.

1556 (3 juni)
Leenregister Kwartier Arnhem, blz 387.
Cracht Kloick, beleend met de Spaensweert,vernijt eedt.

1556
Ridderschap Veluwe.
Cracht Cloeck, trouwt met Hille van Meeckeren, dochter van Gijsbert van Meeckeren tot Westerburg en Anna Noordling.

1556 (18 juli)
St.Urselen Convent Elten, regest nr.46.
Satersdag post Divisionis apostolorum 1556. Cracht Klueck, amptman, mede als gevolmachtigde van Gertruit van Birchgel, zijn vrouw, bekent verkocht te hebben aan het convent te Neder Elten een maet land, gelegen in het sticht van Elten op den Hoegenvelde, genaamd Mispelsmaet, naast een weide van de abdij ook genaamd Mispelmaet. Ten overstaan van Derick Smullinck, drost te Elten, van wege Magdalene, gravin to Wied, abdis te Elten en Nottelem, zoomede Bernt Heysterman en Rutger Rutgerszoon, gerichtslieden.

1557 (9 maart)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 26.
Upten naesten dinsdach naeden sonnendach Invocacit inder helliger vaste. Jasper Ponsteen, richter in Lyemersch vanwege heer Wylhem, hertog van Cleve etc., oorkondt, dat voor hem, Henrick Everwijn en Berndt van Herwerden, schepenen van Zevener, is verschenen Agnes, weduwe van Hartger Verwer, welke met haar momber Wylhem Hansen vanwegen de verkoop van acht morgen land in Duven, door haar zoon Wolter, leenroerig aan Jhr. Claes van Camphusen, aan Jhr. Derick Cloick, tot waarschap stelt 'n hofstede op de Eng in het kerspel van Duven, groot omtrent 2½ morgen.

1557 (26 april)
Huis Bergh.
Reyner Kloick Johanszoon, wordt na doode van zijn vader op 26 april 1557, beleend met de "Kuygenhofstad" te Didam.

1557 (3 mei)
Huis Bergh.
Hermen van Waildenberch, beleend met "Kuygenhofstad", na opdracht door Reyner Kloick.

1557 (25 juni)
Andreas Parochie Zevenaar.
Claes van Camphusen als leenheer, oorkondt, dat voor hem en leenmannen jonker Derick Smullingh, drost te Elten, en Henrick Pottynck is verschenen, Wolter, nagelaten zoon van Hartger Verwers, welke in handen van de leenheer opdraagt, 8 mg. land in 't kerspel Duven, nl. 5 mg. op 't "Hoigh Welevelt" em 3 mg. in het "Nederwelevelt", en waarmeer beleend word door Derick Cloick, tot een markleen.

1557 (1 oktober)
St.Urselen Convent Elten, regest 47.
Up vridach ipso Remigy 1557. Gadert Cloick met joffer Johanna, zijn vrouw, bevestigen de overdracht aan het convent van St.Urselen te Neder Elten van een stuk land groot 5 morgen, genaamd de Loehorst, gelegen in 't kerspel van Duven, waarmede Alit Cloick, zijn zuster, in het convent is gebracht op vrijdag na Bonifaciusdag 1513. Ten overstaan van Jasper Ponsteen, richter in de Lyemersch, op bevel van Wessel van der Loe, drost en amptman in de Lyemersch, zoomede Matties upten Haithoevel, Wylhem Hansen, Berndt van Harwerden en Geryt Bylevelt, schepenen van Zevener.

1558
Doesburg.
Johan Kreyenffenger en Anna Klyncker, als ouders van hun nabeschreven kinderen te ener zijde en Greyte, weduwe van Johan Kloeck, Derck Peters en Cornelia, Henrick Aelbertz en Agnes, Johan van Oldenhave en Henriksken, Rutger Kloeck en Anna en Johanna Kreyenffenger ter andere zijde. De na te laten goederen van ouders. De erfenis zal in gelijke delen gaan, nl. de goederen: Arntzegen, Oeldeslach, die Noerd met het Paegepaesken, waarvan hen de helft behoort, de andere helft is leengoed. De ouders zullen deze goederen niet verkopen en ze levenslang gebruiken.

1559 (18 oktober)
Doesburg.
dach Lucae Evangeliste. Jhr. Otto Kloeck geeft als morgengave aan Jvr. Evert van Ulfft 400 oude schilden uit beider goed.

1560 (1 maart)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 31.
Jasper Ponsteen, richter in Lyemersz, oorkondt dat voor hem en Cracht Cloick en Berndt van Harwerden, schepenen aldaar, is verschenen Jhr.Frederich Cloick, die voor een som van 64 dlr. opdraagt aan Margreta, weduwe van Gadert Wesselszoon een jaarlijkse rente van 4 daalders, gaande uit drie morgen land in 't kerspel Duven, in de Hoich Aelbrecht gelegen, met aantekening d.d. 13 maart 1573. Kopers van dit stuk zijn Jhr. Goissen Smollinh en Jhr. Albert van de Hoeve.

1560 (31 juli)
Huis Bergh, briefnr. 5252, oorspronkelijk inv.nr. 351a.
Brussel. Guillaume de Nassau aan Wilhelm, graaf von den Berge etc. Toezending van een request van Antony de Taxis, postmeester te Anttorff, tegen Doreske Cloick, te Westerforth, over een schuld, met verzoek daaraan te voldoen.

1561 (5 maart)
Sint Salvator Abdij Prüm, Leenakte Sint Salvator Abdij Prüm.
Joffer Cornelis, weduwe van Gerrit Kettel, schoonouders van Henrick Cloeck, beleent met "Erff unde guet Ebbynck" in dem kerspell van Stienre, in der buerschap van Rade; haar neef Jasper van Zuylen is hulder.

1561 (20 juni)
Huis Bergh, regestnr 2916, iventarisnr. 3498, oorspronkelijk inv.nr.1507.
Willem, graaf zum dem Berghe etc. verpandt aan Derck Kluick het richterambt te Westerfort. Im jaer unnsers Heren duisennt vifhundert eine inde sestich den 20 Junii.

1561 (juli)
Huis Bergh.
Joffer Cornelis, weduwe van Gerrit Kettel, schoonouders van Henrick Cloeck, beleent met "Erff unde guet Ebbynck" in dem kerspell van Stienre, in der buerschap van Rade; haar neef Jasper van Zuylen is hulder.

1561 (september)
Huis Bergh, brief 5520, oorspronkelijk inv.nr.352a.
Antorff Anthonius de Taxis, koninklijk postmeester in Antorff, aan Wilhelm graaf zu dem Berghe etc. Verzoekt hem behulpzaam te zijn bij het innen van een schuldvordering op Dietrich Cloick, te Westerfort.

1562
Ridderschap Nijmegen, pag. 102.
Genoemd wordt, Maria Cloeck, dochter van Cornelis Cloeck en Henrika Vaeck, zij trouwt Herman Pieck, heer van IJzendoorn, weduwnaar van Adriana van Balveren. Herman Pieck is een zoon van Herman Pieck en Barbera Middachten en in 1562 minderlarig beleend met IJzendoorn, in 1570 meerderjarig en in 1612 overleden.

1562 (7 december)
Zevenaar.
Bernhardt van Rheydt en Alitgen Balckenborchz kopen 15 morgen land bij de Sweeckhorst, in vier stukken: a) "Bergerlant" ten Noorden de landweer, ten Oosten Arndt to Haen en erfgenamen van Frans Bitter, geheten "die Doesborchse mate", ten Zuiden en ten Westen domein; b) "Kamp de Pasch, ten Westenen ten Oosten koper, ten Zuiden de landweer, ten Westen domein; c) kamp in "Ernstgen", ten Noorden de landweer, ten Zuiden domein, ten Westen erve de Groote Convent te Doesborch, leen aan Bergh; d) land ten Noorden Doesborchse mate, ten Zuiden koper, van Jhr. Cracht Cloick en Jvr. Geertruidt van Buchel.

1562 (8 december)
Baer en Lathum.
Mr. Bernhardt van Rheyd doctor, beleend na opdracht door Cracht Cloick met "Den hof up Sweeckhorst".

1563 (15 april)
Doesburg.
Donderdag post Pascha. Magescheid tussen Derick Peters en Cornelia, Henrick Alberts en Agnes, Johan van Oldenhave en Henricka, Rutger Kloike en Anna, Gruete, weduwe van Johan Cloick, Johanna, weduwe van Johan Holthues, en Mery Peters met broers Aloff en Bartolt Peters, wegens de nalatenschap van overleden Johan Kreyenfenger en Anna.
1) Derick Peters en Cornelia krijgen stukken land "die Arensegen", "die Noerd", "het Oldeslach", "het Pagepasken", alle Eldrik. Hij zal betalen aan Henrick Alberts en Agnes 63 enkele dlr. van 30 st. brab.
2) Johan van Oldenhave en Henrica zullen hebben, huis, hof, put en de plaats waar de put staat in de Saltpoortstraat, belast met 2 rydergld. aan Derick Peters en 2 hoender tijns aan huis te Dieren, tegen betaling aan Johan ther Kuest van 96 rydergld. van 24 st. brab.
3) Rutger Kloike en Anna zullen behouden een koolhof achter het Grote Convent en ontvangen van Derick Peters, 63 dlr. een oord van 30 de dlr.
4) Gryete, weduwe van Johan Kloick krijgt een kamer achter het huis van Catharina, weduwe van Frerick Noyden, met uitgang naar de stadsmuur met recht van waterhalen uit bovengenoemde put. En een voorhuis, ten ene zijde de Veerpoort, ten andere zijde erve van Herbert van Hagen. Uit kamer en voorhuis gaat een jaarrente van 8½ dlr. aan Hartger ten Holt en vrouw, uit het voorhuis aan de vicarieën te Doesburg 14 st. brab. en van Derick Peters krijgt ze 54 dlr. eens.
5) Derick Peters en vrouw betalen aan Johanna, weduwe van Johan Holthuis 63 dlr., 1 oort.
6) Merry Peters en broers krijgen van Derick Peters ook 63 dlr. 1 oort, waarvan hun vader Johan Peters heeft ontvangen 54 rydersgld. De gezamelijke erven zullen gezamelijk gebruiken een stuk land(richter ambt Doesburg, in de buurschap Beynum), zoals de overleden Johan Kreyenfenger en vrouw dat hadden.

1563 (20 september)
Leenregister Kleef, blz 390, nr.500.
Wessel Cloick, als Nachfolger seines verstorbenen Vaters Gaedert Cloick, beleend met "dat Lo" zu Duiven.

1564
Duesseldorf, Kleve-Mark, Akten, inventarisnr.926.
Genoemd wordt als scepen inden ampt Lyemersch Cracht Cloick.

1564 (22 juni)
Andreas Parochie Zevenaar.
Jhr. Cracht Cloick en Jvr Geertuydt van Buchel kopen de helft van de "Huseldsche teent", grof en smal, kerspelen Groessen en Duiven, wederhelft van koper van zijn broer Jhr. Derck Cloick en Anna Bingerden.

1564 (29 juli)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 35.
Claes van Camphusen als leenheer verklaart dat voor hem en leenmannen Cracht Cloick en Macharijs Pottnyck is verschenen, Derck Cloick, die aan de leenheer heeft opgedragen 5 morgen land op het Hoige Welevelt en 3 morgen in het Neder Welevelt, beide in het kerspel Duven gelegen, hem aangekomen van Wolter Verwer en dienst voorzaten Hartger en Frederick Verwer, waarmee de leenheer beleent Andries Leyendecker, tot een markleen.

1564 (1 augustus)
Andreas Parochie Zevenaar, regest 36.
Claes van Camphusen als leenheer oorkondt, dat voor hem en leenmannen Cracht Cloick en Macharijs Pottnyck is verschenen Andries Leyendecker, die wegens gemaakte huwelijksvoorwaarden zijn vrouw Wylhelma Poelen de lijftocht geeft in acht morgen lands in het kerspel Duven, waarmee hij door de leenheer is beleend.

1564 (21 augustus)
Huis Bergh, brief 5607,afschrift inv.nr 355a.
Wilhelm, graaf van de Bergh etc. aan de kerkmeesters van Westerfoirt. Toezending van de brief van Diederick Cloick, richter te Westerfoirt. Verzoek diens bank wederom in de kerk te plaatsen.

1564 (18 oktober)
Huis Bergh.
Anthony de Taxis, keizerlijk postmeester te Antorff, aan Wilhelm, graaf zu Berghe etc. Verzoekt om hem bij te staan in zijn aanspraak wegens rente van geleend geld op Dirrick Cloecke, richter te Westerfort.

1565 (12 januari)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.37.
Berndt van Harwerden, stadhouder van Jasper Ponsteen, richter in de Lyemersch vanwege heer Wylhem, hertog van CLeve, etc. oorkondt, dat voor hem en Aelbert van der Hoeven en Johan Plenck, schepenen van Zevener, is verschenen Jhr. Derick Cloick, ook als gevolmachtigde van Johanna zijn vrouw, welke transporteert aan Andriesz Leydecker en Wylhelma, echtelieden, twee stukken land namelijk 5 mg. en 3 mg. beide in het Wellevelt, Kespel Duven, leenroerig aan Jhr Claes van Camphusen.

1565 (29 septemberi)
Huis Bergh, brief 5734, afschrift inv.nr.356a.
Dederick Cloick, richter te Westervoirt, aan Wilhelm, graaf van den Berghe etc. Klachten over het verwijderen van het door hem op het koor te Westervoirt geplaatst gestoelte.

1566
Kerkboek Pastoor Valck.
Stichters van het armenhuis te Groessen. Die Fondatoe van dat Armenhuijs op der kerkhof. Jacob Vallick pastor in de tijt te Groessen, heer Henrick Jacobs ende heer Reinder Noerinck vicarii, Lambert van Rijswijck koster met die Erntveste Roeloff van Heeckeren ende Jan van Aelst kerckmeesteren in de tijt te Groessen, en voort met consent ende toeraden van Erntveste Jonker Hermen van Loe, Palick van Coverden, Frerick Clock, edelluijden te Groessen ende voort met consent der gemeijnder huijsluijden ende nabuijren te Groessen. Soo sinne we te raden gegaen, dat wij daermede een armenhuijs wolden timmeren voor drie persoonen, die daer te eere der Heijliger Drievoldicheijt in woonen solden ende huijsvestinghe in hebben solden haer leven lanck, bij alsoo sij vroom leven solden ende den kerspel dienen solden sooveel haer moogelijck en waer.

1568
Duesseldorf, Kleve-Mark, Akten, invnr.926.
Genoemd wordt als scepen in Lymersch Cracht Cloick.

1569
Ridderschap Zutphen. blz 6 en 95.
Gijsberta van Ulft, genoemd Matelang, Vrouwe tot Broeckhuysen, dochter van Gijsbert van Ulft, Heer tot Broeckhuysen en Ludgard Cloeck, trouwt eerste met Evert van Broeckhuysen, heer tot de Barlham, zoon van Gijbert van Broeckhuysen en Margriet van Heeckeren, trouwt tweede met Johan Gruter.

1570 (1 maart)
Ridderschap Zutphen(lijst archief Schimmelpenninck, blz 22).
Otto Cloeck en Cracht Cloeck op de Spaensweert, ten Landdage.

1570 (4 mei)
Leenregister Gelre en Zutphen.
Willem van Ulft, onmondig, beleend met "Dat gued in den kirspel van Pannerden", hij vernieuwt de eed op 4 mei 1570, als hulder treedt hierbij op Otto Cloeck.

1570 (1 juni)
familiearchief Cloeck, A1, R.Wartena, inventarisnummer 469.
Henrick en Arndt Scrijver en Herman Barss, huwelijksvrienden vanwege Johan Kloeck en Steven Claessen Smyth, Herman Gerritsen en Johan Coppiss van Wyert; huwelijksvrienden vanwege Aerndtgen Wetter richten huwelijksvoorwaarden op.

1570
DTB Doesburg.
Rutger Kloeck trouwt te Doesburg in de Rooms Katholieke Kerk met Lumme Henrickss. Ondertrouw op 29 mei en huwelijk op 6 juni 1570.

1571 (30 juni)
Leenregister Gelre en Zutphen, uitheemse lenen blz 119.
Catrin Cloeck erve hares vaders Gijsberts Cloeck, beleend op 30 Junii met 6 morgen Meerslach te Duiven.

1572
Familiearchief Cloeck, nr.9, R.Wartena, inventarisnummer 469.
Akte welke handelt over een huis in de Turfstraat te Arnhem, later eigendom van Dirk Cloeck.

1572
Westervoort.
Everdt Tollicken en Hyllicken kopen eynen vrijen zukera uit 'n stuk land van 6 morgen genaamd dat Broicksslach om daarop zijn vee te drijven, met wagen en ploeg, paarden en koeien met recht van overpad.
Verkoper is Jhr. Derick Cloick en Jvr. Anna van Bingerden.

1574 (9 september)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr. 48.
Genoemd wordt Derick Rickqwins, schepen te Sevenar

1575
DTB Doesburg.
Rutger Kloeck trouwt te Doesburg in de Rooms Katholieke Kerk met Grietgen Bervels. Ondertrouw op 3 april en huwelijk op 22 mei 1575.

1575 (12 januari)
Andreas Parochie Zevenaar, regest nr.49.
Genoemd wordt Kracht Klueck, schepen te Sevenar.

1576 (13 juni)
Stad Doesburg.
Mr.Gaert die Weyese en Lutgart Zoeren kopen aandeel van huis van Merry Kloecken.

1576 (13 december)
Stad Doesburg.
Genoemd wordt Rutger Kloecken met een hof te Doesburg.

1577 (8 maart)
Zevenaar.
Jhr. Cracht Kluick en Jvr van Buchel verbinden wegens schuld aan Johan van Lengen Henrixsen voor 200 dlr. van 30 st. br. gev. à 6% uit de achterste Kloot, Altbroech, ca 2½ mg. tussen Wessel van Berffelt en Henrich Flos, Sluiter te Sanxten, aan het eene eind op de straat, aan het andere eind upster zelver. Tevens geeft hij het voor 3 jaar in pacht aan Jan van Lengel voor 14½ dlr.

1577
DTB Doesburg.
Bartolt Cluycken trouwt te Doesburg in 1577 in de Rooms Katholieke Kerk met Willemken Lippers, weduwe van Arent Smit.

1578 (28 januari)
Huis Bergh, regest 3451.
Derick Kluick, richter, belooft, onder boetebeding van dubbele betaling bij uitstel, aan den graaf van den Bergh vóór 2 Februari eerstkomend, 15 daalders te zullen betalen. Actum den 28en Januarii anno 78. Schuldbekentenis van de richter Dirck Kluick aan de graaf van den Bergh, groot 15 daalders.

1578 (13 april)
Stad Doesburg.
Genoemd wordt Baertolt Kloecken met een huis aan de Santbergstraet te Doesburg.

1579 (21 november)
Bisdom Utrecht, A.A.U., deel 34, blz. 396/397 en 399.
Gerardus Sparlier laat een notariële akte opmaken, dat hij niet meer gehouden is tot het verder uitvoeren van het testament van wijlen Everhardus Cloecken. Getuigen waren Michael Joannis en Henricus Caell, vicarissen.

1579 (1 december)
Bisdom Utrecht, A.A.U., deel 34, blz. 396/397 en 399.
Ook B. Nerick onttrekt zich aan het uitvoeren van het testament van wijlen Everhardus Cloecken.

1579 (14 december)
Bisdom Utrecht.
Presentatie en installatie van de jeugdigen Joannis van Laer tot de vicarie van H.Judocus voor de overleden domini Everhardi Clocken.

1580 (8 augustus)
Huis Berghregest 3623, inv.nr.1339.
Wilhelm, graaf zum Bergh etc. verpandt aan Rutger Cloick het gebruik van een eind strang te Westervoert. Geben in den jaren unss Heren taussent viifhondert und achtzigh den achten tagh des monatz Augusti.

1580 (12 september)
Stad Doeburg.
Genoemd wordt de weduwe van Rutger Kloecken met een huis in de Oypoortstraet te Doesburg.

1581 (28 april)
Huis Bergh, inventnr.3507.
Genoemd wordt wijlen Everardus Cloecken, gewezen bezitter van de St.Judocus vicarie te Deventer.

1582 (12 januari)
Huis Bergh, inventnr.3507.
Wilhelm, graaf zum Bergh etc. begiftigt Elfriewin Cloeck, zoon van Diederich Cloeck, richter te Westerfordt, met de vicarie van Onze Lieve Vrouwe in de kerk aldaar.
Bisdom Utrecht, deel 73, blz.30.
Wij Wilhelm Grave zum Bergh, Frije heer zu Buxmeer und Bilant, Homott, Haips und Spaelbeeck, Bannerheer, Stathalder, graffschaft Zutphen thuin kundt und bekenne mit deser unser offener Donationis brijff, das wijr zur gnaden und wegen getrouwer Dienst soo von onssen Richter Diederich Cloeck zu Westervoert uns gedaen, synnen soon Elfriewin Cloeck versiehen und begiftiget hebben mit unser Vicarien zu Westervurt, geheiten Unser Liver Frauen Vicarie, daergestallt, das ehr in der Lerung zu gottes Eren und erbaulichen Zucht auffgezagen und proficeren moge, dat er uns und den gemeiner nuts zukunfftich dinnen kenne, des sall er dairvor alle Landerien, Renten, und Indkomsten als zu der Vicarien gehoren, genitten, heffen und unsere greffelichen in segel gegeven den 12 January. In Jaer unseres Heiren 1582.

1582 (25 juni)
Huis Bergh, briefnummer 7288,minuut inv.nr.373.
Arnhem. Dederick Kluick, richter te Westervoort aan Wilhelm graaf tot den Berghe etc., stadhouder. Verzoekt om zijn zoon te willen begiftigen met de vicarie te Westervoirt, omdat deze plaats is opengekomen door het overlijden van de heer Gerryt Visscher.

1582 (11 augustus)
Huis Bergh, briefnr.7381, minuut inv. 373.
Arnhem. Willem, graaf van de Bergh aan Derick Kloeck, richter te Westervortt. Bevel om Wittenhorst niet bovenmatig in de contributie aan te slaan.

1582 (26 augustus)
Huis Bergh, Briefnr.7398, inv.nr.445.
Arnhem. Dederick Kluck, richter, aan de gravin thoe Berghe te Zutphen. Verzoek om betaling van de maaiers die het hooi op de Havickerweerdt gemaaid hebben.

1582 (23 september)
Huis Bergh, Brief 7415, oorspronkelijk inv.373.
Arnhem. Dederick Kluick, richter, aan Wilhelm, graaf tot ten Berghe etc., stadhouder. Zijn dochter is door den vijand gevangen genomen en naar Keppel gebracht. Verzoek om haar vrijlating te bewerken.

1584 (20 juli)
Familiearchief Cloeck, R.Wartena, inventarisnummer 469.
Johan Braeckelman, Johan Cloeck, Herman van Berck, Colnelis Elberts en Herman Metseler, vanwege Johan Wannerers en Henrisken, zijn vrouw, enerzijds en vanwege Derick Cloeck als man van Goessen Wannerss zijn vrouw anderzijds richten een magescheid op over twee huizen in de Coninxstraet binnen Arnhem, daar zij thanss in wonen, hen beide magescheid d.d. 7 januari 1584 over de nalatenschap van hun moeder Styne, vrouw van Wanner van Sevener toebedeeld, waarbij zij de huizen krijgen waarin de ander woont en Johan Wanners aan Derich Cloeck 100 dalers zal uitkeren.

1584 (7 september)
St.Agnes Convent zu Emmerich.
Albert van der Hoeven, Richter in de Liemers, für den Herzog von Cleve, Gulik und Bergh usw. sowie Johan Rumswinkel, Henrich Goltsmet und Lupolph Budtborch, Schöffen alldar, sowie Henrich Goldsmet, Zinsrichter. Albert van der Hoeven und Johan Rumswinkel als Zinsbeteiligte erklären, daß Anna van Loe, Witwe van der Reck, Hofmeisterin, krank zu bed liegend, in ihrer aller gegenwart ihrer Nichte Gisbertha Kluicke, des Richters Ehefrau zu Huissen, eine Weide, genannt Nederwelvelt, ungefähr 4 Morgen groß, vemacht hat. Und erklären auch noch, daß genannte Anna von Loe am folgenden Tage in Gegenwart von Wilhelmus van Ellern, Würdenträger zu Doisborch und Vicarius in Zevener, dasselbe wiederholt hat.

1585 (19 januari)
Andreas Parochie Zevenaar.
Genoemd wordt, Derijck Rijckqwins, schepen van Sevenar.

1586 (24 januari)
Huis Bergh, regest 4084, inventarisnr. 404.
Wilhelm, graaf van den Bergh, benoemt Bernd Kloick tot schout van Genderingen. Datum Ulfft ahm 3 Februarii 86.

1586 (1 april)
Stad Doesburg.
Gaert Engelen en Jenneken kopen het erfdeel aan alle goederen, gereed en ongereed, van Johan Post als erfgenamen van zijn "Moye" Liesbet Kloecken, weduwe bam Henrich Wintgens.

1587 (13 mei)
Bisdom Utrecht, A.A.U., deel 37. blz.365.
Genoemd wordt de overleden Everhardus ter Clocken, vicaris aan het altaar van de Heilige Anna in de Bergkerk te Deventer.

1587 (22 juli)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.62.
Jhr. Helbrant van Elsz en Jvr. Eva van Camphuisen, echtelieden oorkonden, dat zij ten behoeve van Gerhardt Leydecker, licentiaat in de beide rechten en Alijt van Till, echterlieden, de acht morgen lands in het kerspel Duven, welke eertijds door Hartger Varwer, Frederick Klueck en Andries Leydecker in leen waren ontvangen van Jhr. Claes van Camphuisen, uit de verplichtingen van het leenrecht ontslaan, zodat dit goed voortaan als allodiaal erf beschouwd kan worden.

1587 (17 november)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.63.
Wessel Kluick, richter in Lymersz etc., oorkondt dat voor hem en Johan Rumszwinckell, Hilbrant van Elst en Ludoph Budtborch, schepenen aldaar is verschenen, Henrick van der Hoeven, welke op koop renutieert van een land op Hoich Alberich in het kerspel van Gruissen, afkomstig van Frederick Kluick, ten behoeve van Gerhart Leidecker, licentiaat in de rechten en Alijt van Tyl, echtelieden.

1588 (12 januari)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.64, 65, 66.
Genoemd worden Wessel Kluick, richter in de Lijmers en Derick Ryckqwins, schepen te Sevenar.

1588 (6 augustus)
Stad Doesburg.
Gerrit Scheeninck en Gertgen Kloecken kopen 2 rentebrieven van 5 dlr. jaarlijks uit huis van Lambert then Holt, van Steven Glazenmaker en Gerrit.

1588 (1 september)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.68.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1589 (21 februari)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.69.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1591 (27 november)
Andreas Parochie Zevenaar.
Genoemd wordt Schwehr Clueck als bezitter van weiland op de Aelbrecht naast een wei van weduwe van Diepenbrueck, zuster van Jhr. Johan Clueck, getrouwd met Alheida van Leuwen.

1592 (9 maart)
Familiearchief Cloeck, A3, R.Wartena, inventarisnummer 469
Claes van Raettingen en Willem Gaymiss, magescheidsvrienden van wegen Johan Cloeck enerzijds en Cornelis Elbertss en Johan van Ryenen, Glaesenmaecker, magescheidsvrienden van wegen Hermanna Wetterse genandtt Straett, weduwe van Wyllem Appelss, Jan Roeloffss, als man van Heessken Gerritss, Hermen en Udo Stevenss, gebroeders, Gerrit Peutt als man van Sween to Boecop, Christoffel Palsterick als man van Liss Wetterss, allen erfgenamen zaliger Erntien Wetterss, vrouw van Jan Cloeck voornoemd anderzijde, richten een magescheid op, waarbij Johan Cloeck aan de erfgenamen van zijn vrouw zal uitkeren 2350 carolusgulden, waarvan hij reeds de helft heeft uitgekeerd, nl. een hof gelegen aan St.Anthonis buiten Arnhem, een heg te Reede, een morgen weiland in Fossenweyde in Arnhemmerbroeck, een obligatie van de vrouw van Middagten en 295 gulden, een rentebrief van 18 daalders 's jaars uit een ander pand te Reede, een Rentebrief van 3 daalder min een oort 's jaars, en enige schuldbekentenissen, terwijl hij de andere helft van dit bedrag zal betalen op mei 1592, 300 gulden, op kerstmis 1592, 300 gulden, en 494 gulden op pinksteren 1593, tevens zullen de erfgenamen alleen hebben alle kleren en gewaad, tot haar lijf behoord hebbende; het huis dat Johan Botter en zijn vrouw in lijftocht hebben, zullen Johan Cloeck en de erfgenamen van zijn vrouw na de dood van dit echtpaar half en half hebben, mits zij de 3 rijderguldens aan de wesen en de twee daalder aan die van Betaniën jaarkas zullen betalen; waartegen Johan Cloeck 't huis in de Torffstraet te Arnhem, waar hij woont, zal hebben, en een huis of schuur in de costersteege, alle goederen te Reess, die hij van z'n moeder heeft geerfd, de gehele winkel en alle gerede goederen.

1593 (24 augustus)
Familiearchief Cloeck, A4, R.Wartena, inventarisnummer 469.
Arnt van Briennen en Johan van Dams, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Straeth Wetters, weduwe van Willen Appel, Johan Roloffsen, Heesken Hermsen zijn vrouw, Herman en Udo Stevens, voor hen zelf en als mannen van hun huisvrouwen, Gerrit Peuth en Sween zijn huisvrouw, Lijs Stevens, weduwe van Christoffelt Palstorpf, erfgenamen van Eerntgen Wetters, hun zuster en tante, hebben verklaard dat Johan Cloick, weduwnaar van Eerntgen voornoemd, hen datgene hebben uitbetaald, dat hen bij de magescheid van 9 maart 1592 was toebedeeld.

1594 (5 oktober)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.73.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1595 (8 januari)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr.74.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1595 (4 juni)
Westervoort.
Jhr. Arnd Pieck to Sleburg to Sonsbeek stelt als waarschap voor verkocht goed in kerspel Dijll ten behoeve van Johan Aelberts de hofstede in Loe, waar Jhr. Cornelis Cloeck eertijds heeft gewoond, 6 morgen ten Oosten het St.Nicolaes Gasthuis te Arnhem, ten Zuiden schietende aan de erve van Jhr Arnd Gruijter, ten Westen de bandijk en ten Noorden Francois Cranevelt.

1596 (27 november)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr. 76.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1596 (6 december)
St. Agnes Convent Emmerich.
Gisberta Kluick, Witwe van Anthonius van Sevenher, Richter zu Huissen, übergibt ihrer Tochter Gerharda van Sevener eine Weide, genannt Welvelt, ungefähr 4 Morgen groß. Vor Henrick Goltsmet, Rentmeister des Zinsrichters in Liemers, sowie Arnt van den Velde und Micharis Pottinck als Zinsbeteiligte.

1597 (21 augustus)
Andreas Parochie Zevenaar, regestnr. 77.
Genoemd wordt Wessel Kluick als richter te Zevenaar.

1598
Ridderschap Nijmegen, pagina 91.
Genoemd worden Hendrik Cloeck tot de Spaensweert en zijn vrouw Maria van Vorden. Dochter Anna Cloeck trouwt met Jasper van Zoelen, zoon van Dirk van Zoelen, richter van Zoelen en later van Vorden en Johanna Ketel. Johan van Zoelen, zoon van Jasper van Zoelen en Anna Cloeck, verschijnt in 1598 op de Landdag, woonde vroeger in de Graafschap en is in 1598 overleden.


Einde Tekst