Testament Antonia Cloeck (1680)
Transcriptie: Leo Wensveen,
Op huijden den 2. dag Octobris XVIc en tachentich des avonds
ontrent nae acht ½ ur[en] compareerde voor mijn Ludolfs Adriaen
de With not[a]r[i]s [by de] hooffe van Utrecht in tegenwoordicheyt van nae
beschreven getuygen d’Eerbare Joff[rouw] Anthonia
Cloeck Jonge dochter wonende ten huyse van hare moeder Joff[rouw]
Aletta Tinthoff wed[uwe] van heere Jacob Cloeck alhier binnen
Utrecht, mij notario wel bekent sieckelijck van lichaam
te bedde liggende edoch hare verstands en spraak door
des Heeren genade volcomentlijck machtich sulx ons notaris
en getuygen uytterlijck bleeck, aanmerckende de seeckerheyt
des doots en de onseeckere uyre van dien omme welcke
onseeckere uyre te voorkomen bij testamentaire dispositie
en uyterste wille over hare goederen bevelende alvorens hare ziele
in handen van den Almachtichen Godt en hare verstorve lichaem
de aerde verclaerde sij comparante tot hare erfg[enamen]
te institueren de Heeren Mr. Hendrick Cloeck, Johan Cloeck,
d’ Joffr[ouwen] Alletta, Sophia, Margareta, Weijnanda en Maria
Cloeck, hare susters en broeders sonder daar onder te
begrijpen haren jongsten Broeder Jacob Cloeck sijne deser
desc[en]ten en Erffgen: om redenen haer compa[rant]e daer toe bewegen
des selves wel expresselijck van hare Erffenisse secluderen
en uytdruckelijck by desen prosiberende. Verclaerde verders
sij comp[ara]nte bij desen noch Joff[rouw] Aletta Tinthoff haer comparantes
moeder te institueren inde legitime portie deselve
nae rechten in des comp[ara]ntes naelatenschap competeren
off wel het vruchtgebruyck van alle haere nae te laten goederen
geene uytgesondert het leven van haere voorn[oemde]
moeder geduyrende tot keure en optie vande selve begeerende
en versoeckende dien volgens dat de voorn[oemde]
hare moeder binnen ses weecken nae des comp[arant]es overlyden
haar by acte sal hebben te verclaren off sij haar E. aan de
legitime portie is houdende dan off haar E. in plaetse
van dien verkiest het vruchtgebruyck voorss[egde] alle twelve
de comp[aranten] en testatrice seyde en verclaerde te wesen
hare uyterste wille die sij wilde en begeerde dat nae haer
doot naegecomen en achter t’ volchen sal werden. Sulx als
eenich testament codicille, gifte onder den levenden ofte
ter saecke des doots oft eenige andere uyterste wille
best valideren sal mogen niettegen staende eenige costuym
off landrechten ter contrarie en off alle nodiche solemniteyten
nae rechten gerequireert in desen meten waren geobserveert
die sij houdt voor gerepeteert, versoeckende hier van
gemaeckt te worden instrument in forma die dese is aldus
gedaen en gepasseert ten huyse van meergemelte Joff[rouw] Alletta
Tinthoff in t’bij wesen van de heere Do[?] Anthonius Middelcoop,
oud raed in[de] Vroedschap deser Stadt en Albert Brinckman
borgers alhier, hier over specialyck geroepen en[de]
versocht.
Antonia Cloeck
Ant. Middelcoop
Albert Brinckman
L.A. With Not[a]r[i]s
einde tekst
|